Monchoutaart

Ik denk dat als je J zou vragen wat zijn favoriete taartrecept is, dan is het wel monchoutaart met kersen. Het is één van de weinige recepten die hij aan mij heeft geïntroduceerd. Lees: gevraagd of ik dit wilde maken voor zijn afstuderen 5 jaar geleden 😉

J kan dit eten als ontbijt, lunch en diner. Maar normaal gezien is dit heerlijk als toetje of als iets lekkers voor bij de koffie. Het is een simpel no bake recept, je moet enkel rekening houden dat deze taart een paar uur in de koelkast moet opstijven, anders wordt het een deconstructed monchoutaart, ook niet slecht qua smaak overigens.

De bodem is gemaakt van bastognekoeken of kandijkoeken. Bij dergelijke recepten zie ik het nut niet om A-merk te gebruiken, dus AH eigen merk voldoet wat dat betreft prima! Er zijn recepten waarbij ze volkorenbiscuits gebruiken, maar dat heb ik nog niet geprobeerd. De combinatie van monchou en bastogne is zo lekker, why change a winning team?

Als topping gaat er eigenlijk bij ons altijd kersengelei op. Dit op nadrukkelijk verzoek van J en aangezien ik dit over het algemeen speciaal voor hem maak, mag hij kiezen. Maar ik kan me voorstellen dat dit met ander (fris) fruit ook heel lekker is. Ik heb J eindelijk kunnen overtuigen dat we de volgende keer aardbeiengelei gaan proberen, I’ll keep you posted!

Ik moet wel eerlijk zeggen dat, ondanks dat ik de kersen niet echt lekker vind (de gelei vind ik wel lekker alleen zijn die zure zachte kersen minder mijn ding), de combinatie van de frisse zoetzure laag de monchoutaart echt afmaakt. Het zorgt voor een mooie balans van de taart en maakt hem minder zwaar. Al is het, ondanks het frisse en zure, na één puntje taart ook wel echt genoeg geweest, of in J zijn geval twee 😉

Monchoutaart met bastognebodem en kersen

200 gram monchou
250 ml ongeklopte slagroom
3 zakjes vanillesuiker
100 gram witte basterdsuiker
1 zakje Klopfix
75 gram roomboter voor een lossere bodem óf
125 gram roomboter voor een stevige/harde bodem
1 blik kersenvlaaivulling
1 pak bastognekoeken/kandijkoeken

Verder heb je nodig
taartvorm 24 of 26 cm
Keukenmachine met 2 mengkommen
Hakmolen of foodprocessor
Bakpapier

  1. Zorg dat je de monchou tijdig (30-60 min van te voren) uit de koelkast haalt, dat zorgt ervoor dat deze straks gemakkelijker te mengen is met de slagroom.
  2. Bekleed de bodem van je taartvorm met bakpapier.
  3. Smelt in een pannetje (of magnetron als je dat makkelijker vindt) de roomboter en verpulver de bastognekoeken tot kleine kruimels in je hakmolen of foodprocessor.
  4. Meng de bastognekoeken met de boter en stort deze vervolgens uit in je taartvorm. Met de bolle kant van een lepel druk je de bodem goed aan. Zet de vorm in de koelkast om op te stijven.
  5. Klop de slagroom, samen met de Klopfix en de vanillesuiker, in een mengkom stijf.
  6. In je tweede mengkom meng je de monchou samen met de basterdsuiker tot het één smeuïg geheel is.
  7. Als het mengsel mooi glad is  spatel je deze door de slagroom.
  8. Haal je taartvorm uit de koelkast en verdeel je monchou-slagroommengsel gelijkmatig over de bodem. Strijk de bovenkant zoveel mogelijk glad, het hoeft gelukkig niet al te netjes want je ziet er straks met de kersenvlaaivulling toch niks van 😉
  9. Laat de taart minimaal 2 uur opstijven in de koelkast voor je de kersen erop doet. Als de monchoul-slagroomlaag te zacht is kunnen de kersen er in wegzakken.
  10. Je kunt de taart direct serveren of laat deze met de kersenlaag nog even in de koelkast.

Eet smakelijk!